Langs de Linge, tussen Deil en Enspijk, staat een opvallende witte
molen. Tot 1913 was dit een wipkorenmolen, van beide plaatsen, vandaar
dat hij aan de dijk tussen Deil en Enspijk in staat. In 1913 werd de
molen door brand verwoest.
Molen De Vlinder in 1931, nadat deze wederom was afgebrand. Verzameling Rochus Timmer.
De toenmalige molenaar G.J. de Heus liet een ronde stenen
stellingkorenmolen bouwen, die de naam ‘De Haas’ kreeg. In maart 1931
brandde ook deze molen uit. De molen werd hersteld met onderdelen van
onder andere de molen uit het stadje Heukelum, die toen gesloopt werd.
In de Tweede Wereldoorlog had de molen ook een andere functie; er zat
een luisterpost van het verzet in. De molen is verschillende malen
gerestaureerd, de meest recente restauratie was in 2001/2002.
Korenmolen De Vlinder langs de Linge. Foto Martine Eerelman-Hanselman, 2012.
Deze tekst van de hand van Martine Eerelman-Hanselman en
Arthur Eerelman-Hanselman verscheen eerder in de Mededelingen van de
Historische Kring West-Betuwe. Een wandeling van Geldermalsen naar
Leerdam. 1884-2012, jaargang 40, jubileumnummer 2012.
Molen de Vlinder, een icoon in het landschap
Korenmolen de Vlinder, op de grens van Enspijk en Deil, staat op
een plek waar al sinds 1650 een molen heeft gestaan. Door brand en
stormen zijn eerder drie molens verwoest. Begin 18de eeuw was Gradus van Alphen er molenaar en de laatste beroepsmolenaar was molenaar Honk. De
molens werden na de oorlog verdrongen door meelfabrieken en er was geen
droog brood meer te verdienen door de molenaars. Van de ooit ongeveer
10.000 molens zijn er nu nog maar circa 1000 over.
In 1931 brak er brand uit in molen De Haas (Dat was de naam in 1931)
en een molenmaker uit Asperen adviseerde molenaar De Heus om hem weer op te bouwen met onderdelen van een te slopen molen (Fikse uit Heukelum).
Helaas werd het zo duur dat de familie De Heus de rekening niet kon
betalen en vervolgens teleurgesteld is geëmigreerd naar Amerika. Enkele
jaren geleden bezocht een nazaat van familie De Heus de molen en
vertelde dat zijn opa zo vaak met verhalen kwam over hun molen dat hij
hem ongezien zou kunnen tekenen.
Vanaf 1931 was Van de Capel de nieuwe eigenaar. Hij had de molen voor een zacht prijsje kunnen kopen en vanaf dat moment werd de molen
verpacht aan molenaar Honk. Dat werd de laatste beroepsmolenaar van De
Vlinder; ook hij kon het na de oorlog niet meer bolwerken en werd
gedwongen te stoppen.
De molen en het huis raakten ernstig in verval. Burgemeester Kolff en notaris Docter richtten vervolgens de stichting op tot behoud van de
Deilse korenmolen. Deze stichting is inmiddels opgegaan in de
Molenstichting van het Geldersrivierengebied. Mede door hun inspanning,
restauraties en ondersteuning van overheid en sponsoren ziet De Vlinder
er nu prachtig uit.
Vanaf 1970 is er veel energie gestopt om de molens weer te laten
draaien door vrijwilligers op te leiden tot molenaar. Die laten nu in
hun vrije tijd de molens draaien en voeren onderhoudsklusjes uit. Zij
ontvangen bezoekers, geven rondleidingen en vertellen verhalen over hun
molen.
De eerst vrijwillig molenaar in 1974 was Andries van Berk
(overleden). De huidige molenaar Cini van Steenis vertelt graag over
molens in het algemeen en over De Vlinder in het bijzonder. Hij is al
vrijwillig molenaar vanaf 1972. Als de Vlinder draait, is de bezoeker
welkom. Dus niet alleen op Monumentendag.
Dit artikel is eerder verschenen in Nieuwsblad Geldermalsen.